If begin ik op de tweede nota van de C-majeur en de bouw van een drieklank bestaande uit DFA, I hebben een akkoord gebouwd op de tweede stap van de scale.This zal een D-mineur akkoord te zijn en kan ik aangeven dat ik een akkoord uit de tweede nota van de C-majeur zijn gebouwd door het geven van het aantal II met Romeinse cijfers. Als ik besluit om een drieklank bouwen vanaf de vijfde noot van de C-majeur toonladder ik meer noten in de C-majeur toe: CDEFGABC DAls ik beginnen met het opbouwen van een triade van G zal bestaan uit de noten GB D.
Dit is een G-majeur akkoord en te laten zien dat het een triade opgebouwd uit de vijfde stap van de C-majeur kunnen we noemen het V is het Romeinse cijfer voor five.The slim om met de Romeinse cijfers is dat ze niet ' t wijzen op een absolute akkoord, maar de positie van een akkoord in de sleutel die u speelt op je gitaar, piano of andere instrument.In de sleutel van C de Romeinse cijfers I staat voor het akkoord C, II geeft het akkoord D-minor en V het akkoord G.
vereenvoudigd kunnen we zeggen dat wanneer ik zeg dat ik zal een II-VI akkoordenschema spelen in de sleutel van CI zal de akkoorden te spelen D-minor, G en C.Actually dit is slechts het begin van de kunst van het spelen II-VI progressies. U kunt de akkoorden op verschillende manieren kruiden en speel de akkoorden in de grote of minor.And natuurlijk een akkoord op een piano gespeeld kan worden op veel verschillende manieren. Een C-majeur akkoord moet de noten C, E en G, maar hoeveel en waar ze te spelen is een kwestie van choice.
Here zijn een paar eenvoudige voorbeelden van II-VI progressies in C-groot, dat kan worden toegepast op andere sleutels : 1. Dm, G7, C2. Dm7, G7, C3. D7, G7, CAls u de praktijk deze progressies op uw piano kunt u ervoor kiezen om ze te spelen met beide handen, met de linkerhand, waardoor ruimte voor rechterhand improvisatie of uw rechterhand, het geven van ruimte voor de linkerhand basspel of improvisation.Practicing spelen II-VI progressies op