1. CTRL + C (kopiëren)
2. CTRL + X (knippen)
3. CTRL + V (plakken)
4. CTRL + Z (Undo)
5. DELETE (Wissen)
6. Shift + Delete (Verwijder het geselecteerde item definitief zonder het plaatsen van het item in de Prullenbak)
7. CTRL tijdens het slepen van een item (Kopieer het geselecteerde item)
8. CTRL + SHIFT tijdens het slepen van een item (Maak een snelkoppeling naar het geselecteerde item)
9. F2 (De naam van het geselecteerde item)
10. CTRL + pijl naar rechts (Beweeg de cursor naar het begin van het volgende woord)
11.
CTRL + PIJL-LINKS (Verplaatst de invoegpositie aan het begin van het vorige woord)
12. CTRL + PIJL OMLAAG (Beweeg de cursor naar het begin van de volgende paragraaf)
13. CTRL + PIJL OMHOOG (Beweeg de cursor aan het begin van de vorige paragraaf)
14. CTRL + SHIFT met een van de pijltoetsen (Markeer een blok tekst)
15. SHIFT met een van de pijltoetsen (Selecteer meer dan een item in een venster of op het bureaublad, of selecteer tekst in een
document)
16. CTRL + A (Alles selecteren)
17. F3-toets ( Zoeken naar een bestand of map)
18.
ALT + ENTER (Bekijk de eigenschappen van het geselecteerde item)
19. ALT + F4 (Sluit het actieve item, of stoppen met het actieve programma )
20. ALT + ENTER (Geeft de eigenschappen van het geselecteerde object)
21. ALT + SPATIEBALK (Open het snelmenu voor het actieve venster)
22. CTRL + F4 (Sluit het actieve document in programma's die u in staat stellen om meerdere documenten open hebben
tegelijkertijd)
23. ALT + TAB (Switch tussen de open items)
24. ALT + ESC (cyclus door de items in de volgorde waarin ze werden geopend)
25.
F6-toets (cyclus door het scherm elementen in een venster of op het bureaublad)
26. F4-toets (Geeft de adresbalk lijst Mijn computer of Windows Verkenner)
27. SHIFT + F10 (Geeft het snelmenu voor het geselecteerde item)
28. ALT + SPATIEBALK (Geeft de systeemmenu voor het actieve venster)
29. CTRL + ESC (Geef het menu Start)
30. ALT + onderstreepte letter in een menu naam (Geef het bijbehorende menu)
< p> 31. onderstreepte letter in een commando naam op een open menu (Voer de bijbehorende commando)
32. F10 (Activeer de menubalk in het actieve programma) 33.
PIJL (Open het volgende menu aan rechts, of een submenu te openen)
34. PIJL-LINKS (Open het volgende menu aan de linkerkant, of sluit een submenu)
35. F5-toets (Werk het actieve venste