en rij) PAGE UP (Omhoog één scherm tegelijkertijd) PAGE DOWN (Omlaag één scherm tegelijk) HOME (Ga naar het begin van de lijn) END (Ga naar het einde van de lijn) CTRL + HOME (Ga naar het eerste teken) CTRL + END (Ga naar het laatste teken) spatiebalk (Schakelen tussen vergrote en normale modus wanneer een teken is geselecteerd) Microsoft Management Console (MMC) hoofdvenster sneltoetsen CTRL + O (Open een opgeslagen console) CTRL + N (Open een nieuwe console) CTRL + S (Sla de open console) CTRL + M (toevoegen of verwijderen van een console item) CTRL + W (Open een nieuw venster) F5 (Werk de inhoud van alle console vensters) ALT + SPATIEBALK (Geef het MMC-venster menu) ALT + F4 (Sluit de console) ALT + A (Geef het menu Actie) ALT + V (Geef het menu View) ALT + F (Geef het menu Bestand) ALT + O (Geef het menu Favorieten) MMC console venster sneltoetsen CTRL + P (Druk de huidige pagina of het actieve venster) ALT + minteken (-) (Geef het venster menu voor de actieve console venster) SHIFT + F10 (Geeft de Actie snelmenu voor het geselecteerde item) F1-toets (Open het Help-onderwerp, indien van toepassing, voor het geselecteerde item) F5 (Werk de inhoud van alle console vensters) CTRL + F10 (Maximaliseren de actieve console venster) CTRL + F5 (Restore de actieve console venster) ALT + ENTER (Geeft het dialoogvenster Eigenschappen, indien van toepassing, voor het geselecteerde item) F2 (De naam van het geselecteerde item) CTRL + F4 (Sluit het actieve console venster.
Wanneer een console heeft slechts één console venster, deze snelkoppeling sluit de console) Remote Desktop Connection Navigatie CTRL + ALT + END (Open het dialoogvenster Microsoft Windows NT-beveiliging) ALT + PAGE UP (Schakelen tussen programma's van links naar rechts) ALT + PAGINA DOWN (Schakelen tussen programma's van rechts naar links) ALT + INSERT (cyclus door de programma's in de meest recent gebruikte volgorde) ALT + HOME (Geef het menu Start) CTRL + ALT + BREAK (Schakel de clientcomputer tussen een venster en een volledig scherm ) ALT + DELETE (Geef het Windows-menu) CTRL + ALT + minteken (-.
) (Plaats een momentopname van het actieve venster in de client op de Terminal-server klembord en bieden dezelfde functionaliteit als de toets PRINT SCREEN op een lokale computer) CTRL + ALT + plusteken (+) (Plaats een momentopname van het gehele clientvenster gebied op de Terminal-server klembord en bieden dezelfde functionaliteit als het indrukken van ALT + PRINT SCREEN op een lokale computer.) Micros
Page
<< [1] [2] [3] [4] >>