Misschien wel het belangrijkste aspect van de Two Minutes Hate kan worden gezien als de twee minuten voorbij is en het beeld van Goldstein wordt vervangen door de geruststellende beeld van Big Brother. Door het vervangen van de vijand met een foto van de held, wordt de held rol versterkt en afhankelijkheid van hem wordt duidelijker gemaakt.
Dit deel van de roman toont ook de lezer de kracht van de propaganda, en hoe gemakkelijk het is voor de partij om de standpunten en meningen van de massa's te controleren als ze worden genomen op een emotionele achtbaan. De slogans die naar het beeld van de Big Brother verschijnen kan worden opgevat als een vorm van hersenspoeling, omdat deze leuzen verschijnen dagelijks en het geloof en de naleving in de slogans is de norm.
De Haat Week
Als de Two Minutes Hate kan gezien worden als een dagelijkse herinnering van die naar verafschuwen en verachten, en wie te houden, koesteren, en aanbidding, dan is de Hate Week kan worden gezien als een jaarlijkse viering van haat, die een groot deel van de voorbereiding en inspanning vergt om de week lang festiviteiten laten verlopen, 'Processies, vergaderingen, militaire parades, lezing, wassenbeeldenmuseum displays, filmvoorstellingen, Telescreen's hadden allemaal worden georganiseerd; tribunes moest worden opgericht, beeltenissen gebouwd, slogans gekopieerd, liedjes geschreven, geruchten verspreid.
Foto's vervalst '(Orwell, 148). De instrumenten van de hierboven genoemde dienen een dubbel doel propaganda; zij eenheid te creëren in die bereiden de Hate Week en ook richten haat tegen de vijand.
Een gedetailleerd stuk propaganda verspreid net voor de start van Hate Week is een enorme poster van een Euraziatische soldaat wijst met een machinegeweer op de kijker. Deze poster had, 'plotseling heel Londen ... op elke lege ruimte op elke muur' (Orwell, 149).
De bijvoeglijke naamwoorden die Orwell kiest om de poster te beschrijven, 'monsterlijke' (Orwell, 149), en de 'enorme' (Orwell, 149), het creëren van een levendig beeld van het kwaad dat de poster toont en de omvang van het. Met een beschrijving van het imago van deze soldaat als '3 of 4 meter hoog' (Orwell, 149), Orwell bouwt voort op de grootte, en net als de affiches van Big Brother, kan de lezer ervan uitgaan dat deze beelden laten een blijvende indruk op de ' lege ruimte ', die bestaat in de partijleden' geesten.
Op de zesde dag van de Hate Week, 'als een