neer de liefde wordt gedoofd, ziet, er is slechts duisternis; de schoonheid en het leven en vreugde zijn verdwenen. Ah, wee mij! Ik heb niets - geen interne middelen - geen schat aan kennis, waarmee minister aan deze armoede van hoop en leven? Het kan niet zo zijn dat alle inspanningen uit het verleden, alle strijd en self-offers, om deze felbegeerde en natuurlijke
bereiken