Om RAM gebruik te besparen, veel toepassingen te laden alleen de essentiële onderdelen van het programma in eerste instantie en daarna laden andere stukken als dat nodig is.
Elke keer als er iets wordt geladen of geopend, wordt geplaatst in RAM.
Dit betekent simpelweg dat het in de tijdelijke opslagruimte van de computer gezet, zodat de CPU gemakkelijker toegang tot die informatie. De CPU vraagt de gegevens die hij nodig heeft van RAM, verwerkt deze en schrijft nieuwe gegevens terug naar het werkgeheugen in een continue cyclus. In de meeste computers is deze shuffling van gegevens tussen de CPU en RAM gebeurt miljoenen keren per seconde. Wanneer een toepassing wordt gesloten, worden deze en alle bijbehorende bestanden meestal gespoeld (geschrapt) van RAM-geheugen om ruimte te maken voor nieuwe data.
Als de gewijzigde bestanden niet worden opgeslagen in een apparaat voor permanente opslag alvorens te worden gespoeld, zijn ze verloren.