Een normale waarde lager is dan 110 mg /dl. Een waarde van 126 mg /dl of meer wordt beschouwd als diabetes, en vereist een hertest op een andere dag. Indien de waarde minder is dan 126, maar de zorgverlener vermoedt diabetes, een orale glucosetolerantietest is performed.75-g orale glucosetolerantietest (OGTT) Deze test meet hoe goed het lichaam behandelt een dosis suiker. Normale bloedsuikerspiegel stijgt na het eten, en komt terug naar een normaal niveau in een uur of twee. Met diabetici, blijft de bloedsuikerspiegel verhoogd na twee uur.
Deze test wordt uitgevoerd na een nacht vasten, na ten minste drie dagen van een onbeperkte voeding en onbeperkte na lichaamsbeweging. Eerst wordt een nuchtere glucose niveau genomen. Vervolgens wordt de patiënt drinkt glucosebelasting die het equivalent van een 75-g watervrij glucose opgelost in water. Gedurende de volgende 2 tot 3 uur worden bloedonderzoeken elke 30 minuten tot een uur genomen. Plasma glucose om twee uur na het drinken van glucose belasting van minder dan 140 mg /dl wordt als normaal beschouwd.
Een waarde van 200 mg /dl of meer wordt beschouwd als diabetes en geeft de noodzaak van een hertest op een ander day.Casual Plasma Glucose (CPG) Deze test is ook bekend als "random plasmaglucose" en maakt het vasten niet vereist. De test meet de hoeveelheid glucose in de bloedstroom van de patiënt, maar ongeacht wanneer de persoon laatst gegeten of gedronken. De normale waarde is minder dan 140 mg /dl. Een waarde van 200 mg /dl of meer met diabetische symptomen duidt een diabetesdiagnose en vereist ook hertesten een andere day.
Any van deze drie methoden kunnen worden gebruikt in een hertest een diabetes diagnose te bevestigen. Echter, de nuchtere plasmaglucose (FPG) de voorkeur, aangezien het sneller uitvoeren, minder duur, en in het algemeen acceptabeler te patients.A FPG waarde van 110 mg /dl of meer, maar minder dan 126 mg /dl is wel niet hoog genoe