Boes's stuk, door Betteridge omschreven als 'het centrale hoofdstuk', die 'toont in grote detail de manier waarop een bepaalde centrale Europese stad gereageerd op de humanistische hervormingsprogramma door het creëren van een groot aantal nieuwe grenzen en controles ', verklaart de manier waarop grenzen markeren lichamen als verschoppelingen. Het nemen van de 'vrije keizerlijke stad Frankfurt' als case study, Boes overtuigend laat zien, bijvoorbeeld hoe 'Zelfs de stadsmuur ...
Zodra het symbool van de stedelijke middeleeuwse vrijheden, steeds diende als een border verbeteren discriminerend wapen', waarin 'insiders tegen outsiders'. joden, zigeuners, de armen en ongehuwde vrouwen