De vervolgens verlaten structuur, die gevallen in een staat van verval met rottend hout en gebarsten ramen, was opgestaan door Dr. en mevrouw Joseph E. Salvatore in 1997, die de not-for-profit Naval Air Station Wildwood Foundation had gevormd op te slaan en te bewaren als een gedenkteken voor de 42 piloten die hun leven tijdens hun opleiding hadden verloren hier tussen 1943 en 1945 en was vervolgens genoteerd op de New Jersey en Nationaal Register van historische plaatsen in het nationale betekenis niveau.
Dat hangar herbergt nu het Naval Air Station Wildwood Luchtvaart Museum, waar zo'n 30 vliegtuigen, motoren, interactieve tentoonstellingen die door het Franklin Instituut van Philadelphia, films, een bibliotheek en een cadeauwinkel beschikt.
De hangar, in opdracht door de Marine in april 1943 en een van de weinige overgebleven Tweede Wereldoorlog alle houten constructies, is adembenemend in grootte en omvang en vertegenwoordigt de omzetting van de middelen die door de natuur voor gebruik door de mens.
Propeller aangedreven vliegtuigen worden vertegenwoordigd door de Vultee BT-13 trainer, de OE-2 "Vogel Hond", de Boeing-Stearman PT-17 Kaydet, de Noord-Amerikaanse T-28C Trojan, en de Grumman TBM-3E Avenger, een van de slechts acht modellen vermeld op het nationaal register van historische plaatsen, terwijl de pure-straaljagers zijn de McDonnell-Douglas A-4 Skyhawk, de Lockheed T-33 Shooting Star, de Grumman F-14B Tomcat, en een MiG-15.
Roterende vleugel vliegtuigen omvatten de UH-1 "Huey", de AH-1F Cobra, de Hughes OH-6A "Cayuse," de Bell OH-13C "Sioux," en de Sikorsky HH-52 "Seaguard", terwijl zowel vaste als roterende vleugel motoren zijn onder andere een Allison J-33, een Pratt and Whitney R-2800 Double Wasp, een Wright Cyclone R-1820, een Pratt and Whitney R-4360 Wasp Major, een T53, en zelfs een 98.000 stuwkracht-pond Pratt and Whitney PW4098, welke bevoegdheden de mammoet Boeing 777.
Naast de vliegtuigen en motoren zelf, de Naval Air Station Wildwood Luchtvaart Museum herbergt vaak f