In de jaren 1950, was Amerika zelfvoorzienend. Het is misschien grondstoffen hebben ingevoerd om de industrie, maar de producten die werden gebruikt in Amerika werden gemaakt in Amerika door Amerikanen. Alles wat een persoon droeg werd gemaakt in Amerika, van schoenen tot hoed. Ja, er waren 'luxe' goederen die uit het buitenland kwamen, maar de term 'buitenlandse' was zoiets als 'klootzak', een niet te gebruiken in gemengde bedrijf. Kapitalisme vereist constante regeneratie.
Net zoals men het beklimmen van een heuvel moet klim naar beneden, zo ook een bereiken van de top van de exploitatie. Amerika begon met het helpen van Japan door het bouwen van fabrieken en het toestaan van de invoer van goedkope producten. Uiteindelijk kleine apparaten, elektronica werd de forte van de Japanners. Veel Amerikanen wisten niet dat Panasonic was een Japans bedrijf tot diep in de jaren 1960. Tegen die tijd, 'Made in Japan' was een gemeenschappelijk label, zo werd 'Made in Taiwan'.
Weinig mensen leken te begrijpen dat door het verplaatsen van fabrieken in het buitenland blauwe boorden banen ging met hen. En er zijn veel 'blue collar' werknemers in Amerika. Het is allemaal goed en wel om te denken dat Amerika bestaat uit geletterd, intelligente mensen, en buitenlanders moeten doen de baantjes, omdat er niet genoeg Amerikanen. Natuurlijk, dit is een mythe. Zoals elke waarnemer kan zien, is Amerika nu opgebouwd uit zeer domme mensen, die worden geleid door Sara Palin. Ze kan een double digit iq hebben maar is intelligenter dan de mensen die haar volgen.
De reden waarom zo veel buitenlanders doen baantjes is omdat ze minder kunnen worden betaald, niet dat er geen Amerikanen bereid zijn om het werk te doen. Het werd ontdekt na de Tweede Wereldoorlog, maar heeft wel een paar decennia daarvoor volledig manifest; dat beweegt de Amerikaanse fabrieken van buitenlandse naties, het inhuren van buitenlanders op een zeer laag loon om items voor de Amerikaanse en de wereldmarkt te produceren.
De unfunny grap is, Amerikanen zijn werkloos en hebben geen geld om deze spullen te kopen, en de Derde Wereld, die altijd de dumpplaats voor de Amerikaanse overschot had, krijgt nu zijn spullen uit China op een veel goedkoper tarief. In de jaren 1950 had deze kleine stad 100% werkgelegenheid. Er was een mijn, waren boerderijen, waren scholen, er was een fabriek waren winkels en neer Main Street verkopen allerlei goederen.
Alles in die stad, uit de benzine verkocht op het station, om de gebrui
.. Lamentations
2009