OU betekent, waar, bijvoorbeeld,
"Où allez-vous?" - "Waar ga je heen?"
"Où sont les enfants?" - "Waar zijn de kinderen?"
"Où est-ce que vous habitez?" - "Waar denk je leven "
POURQUOI betekent waarom, bijvoorbeeld,
" Pourquoi veut-il rentrer? "-" Waarom wil hij naar huis "
" Pourquoi Est- ce que vous pleurez? "-" Waarom huil je "
COMMENT betekent hoe, bijvoorbeeld,
" Commentaar allez-vous? "-" Hoe gaat het "
p> "Commentaar vous Appelez-vous?" - "Wat is uw naam?" (letterlijk: "Hoe noem je jezelf?"
"Comment est-ce qu'on fait une tarte aux pommes?" - "Hoe maakt men een appeltaart?"