Deze theorieën en studies benadrukken tegenstrijdige conclusie, die een niveau van ambiguïteit en bezorgdheid over de veiligheid van deze stof te verlaten.
De ontdekking van aspartaam
De zoete smaak chemische stof werd voor het eerst ontdekt in 1965, toen James Schlatter, een chemicus van GD Searle bedrijf was het testen van een anti zweer geneesmiddel (0'brien & Gelardi, 1985 aangehaald in Casely & Dixon 2001).
Aspartaam is erkend als zoetstof in de Verenigde Staten door de FDA voor gebruik als een tafelblad zoetstof in 1981 en in 1983 werd goedgekeurd voor gebruik bij koolzuurhoudende dranken. In 1982 ook het Britse goedgekeurde zoetstof voor gebruik in levensmiddelen. Sindsdien Aspartaam is gebruikt in tal van frisdranken en andere weinig calorieën en suiker vrij voedsel (Abbott Laboratories, 1991).
Consumptie
Volgens De Europese commissarissen verslag over aspartaam uitgevoerd door het Wetenschappelijk Comité voor de voedselketen, de consumptie van aspartaam in Europa wordt gerapporteerd als zijnde ongeveer 21,3 mg /kg lichaamsgewicht per dag voor volwassenen. Dit is ruim onder de door het Internationaal Comité van deskundigen van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) en de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) bij 50 mg /kg De FDA ook vast een ADI van 50 mg /kg lichaamsgewicht /dag (set ADI Europese Commissie, 2002).
Sinds de goedkeuring in 1983 Aspartaam is uitgegroeid tot de meest populaire intensieve zoetstof in de industrie van caloriearme producten, zoals frisdrank en tafelzoetstoffen. In 1981 toen Sacharine de enige beschikbare intensieve zoetstof in de handel zoetstoffen die slechts 5% van de frisdranken. Nu volgens het dieet Amerikaanse Calorie Control Council frisdranken zijn goed voor 29% van Amerika's 200 miljoen jaarlijkse verkoop van frisdranken (The Institute Food, 2007). Deze aanzienlijke toename is voornamelijk te wijten aan de introductie van aspartaam op de markt.
Het toenemend gebruik van aspartaam als aangewezen intense